Claire Martens (VVD): “Zoveel mogelijk vrijheid voor zzp’ers, maar Brussel dwingt ons tot regels”


In gesprek met Comité Zzp benadrukt Tweede Kamerlid Claire Martens (VVD) dat zij geen enkel probleem heeft met het zzp-schap. Toch waarschuwt ze dat politieke en Europese realiteit vragen om wetgeving die grenzen stelt. “Ik wil zoveel mogelijk ruimte laten, maar we moeten ook voldoen aan verplichtingen rond pensioen en sociale zekerheid.”


Achtergrond

Claire Martens zit sinds 2021 in de Tweede Kamer namens de VVD. Ze werkte jarenlang in HR-functies in het bedrijfsleven en kent de praktijk van arbeidsrecht en zelfstandig ondernemerschap goed. Sinds kort heeft zij de zzp-wet in haar portefeuille. Martens is de opvolger van haar partijgenoot Thierry Aartsen en staat nu aan de lat voor een van de meest besproken dossiers van dit moment.


Politieke realiteit rond de zorg

Een groot deel van het gesprek ging over de zorg. Martens schetst de uitdaging: “In Den Haag is er brede weerstand tegen het zzp-schap in de zorg. Veel partijen vinden dat daar gewoon loondienstbanen moeten zijn. Ikzelf heb daar geen bezwaar tegen, maar wil wel weten: hoe krijgen we een meerderheid in de Kamer zónder dat zzp’ers in de zorg buitenspel komen te staan?”

Vanuit Comité Zzp werd benadrukt dat veel zorgprofessionals juist bewust kiezen voor zelfstandigheid, om werk en privé beter te kunnen combineren, en omdat loondienst vaak onaantrekkelijk blijft door lage salarissen en zware roosters. “Het gaat niet om minder diensten draaien, maar om meer zeggenschap over wanneer je werkt,” aldus een van de deelnemers. Martens reageerde: “Dat zijn precies de argumenten waar ik wat aan heb. Ik hoor graag hoe jullie dit in de praktijk ervaren, zodat ik dat kan meenemen.”


Moties en uitzonderingen

Het gesprek raakte ook aan eerdere moties van VVD’er Thierry Aartsen, waaronder het voorstel om zzp’ers niet categorisch uit te sluiten en een campagne om het zzp-schap positief te framen. Martens gaf aan dat de val van het kabinet ertoe heeft geleid dat dit niet is opgepakt. “Toch zijn dit belangrijke signalen. Ik ga na hoe deze moties verder zijn behandeld.”

Ook de vraag hoe groepen die moeilijk aan het werk komen – zoals 60-plussers of mensen met een gedeeltelijke arbeidsbeperking – beter ondersteund kunnen worden, kwam voorbij. Martens: “Concrete groepen kun je wellicht uitzonderen, maar hoe abstracter je het maakt, hoe moeilijker het wordt in een wet. Toch neem ik deze suggesties mee.”


Europese druk en toekomst van de wet

Martens wees erop dat Nederland ook aan Europese eisen moet voldoen. “Brussel wil dat we een alternatief bieden voor pensioenopbouw en verzekeringen, juist voor zelfstandigen die daar nu buiten vallen. Dat betekent dat er wetgeving moet komen, ook al zouden sommigen liever helemaal geen nieuwe regels zien.”

Volgens haar ligt de uitdaging erin om zoveel mogelijk flexibiliteit te behouden, zonder de steun in de Kamer te verliezen. “De politieke realiteit is dat ik meerderheden moet bouwen. Daarom zoek ik input uit de praktijk. Hoe beter we laten zien wat wél werkt, hoe sterker ik sta in het debat.”


Conclusie

Het gesprek maakte duidelijk dat Martens openstaat voor argumenten uit de praktijk en zich bewust is van de spanning tussen vrijheid voor zelfstandigen en de politieke druk om te reguleren. Voor Comité Zzp is dit een kans om de stem van zelfstandigen direct in Den Haag te laten horen, en we spraken een vervolg af.